Ferre Grignard
13-03-1939
Ferre Grignard

1 Singles bekijken van Ferre Grignard

Ferre werd geboren in een burgerlijk milieu waar hij later weinig mee te maken zou willen hebben. Tijdens zijn jeugd bij de scouts leerde hij gitaar spelen en met zijn broer en een vriend vormde hij een mondharmonicatrio. Hun optredens vonden plaats in echte skifflestijl met het typische wasbord. Toen hij eind jaren 50 van de twintigste eeuw kunstonderwijs ging volgen aan het Stedelijk Instituut voor Sierkunsten en Ambachten in de Cadixstraat in Antwerpen, kreeg hij bekendheid in de Antwerpse artiestenwereld. Niet omdat zijn schilderijen zo goed verkochten, maar omdat hij gitaar speelde en zong als een blanke zwarte. "Hij heeft de blues, al spreekt hij geen woord Engels", zei men weleens.

In 1964 werd in Antwerpen het muziekcafé De Muze geopend en Ferre Grignard mocht er elke donderdag optreden met George Smits op gitaar en mondharmonica en Miel De Somer op wasboard. Zijn song "Ring Ring I've Got To Sing" kende er zoveel succes dat Walter Masselis, een van de eigenaars van De Muze, er een single van liet persen. De eerste 500 exemplaren waren onmiddellijk uitverkocht. Hans Kusters, een talentscout van het Philipslabel, liet een nieuwe opname maken en de single werd een hit. Met zijn hippie-achtige imago, zijn lange haar en nonchalante uiterlijk, werd hij ook weleens de Vlaamse Bob Dylan genoemd.
Een hoogtepunt was een optreden in de Olympia in Parijs in april 1966. Kort daarop klaagde hij de Franse vedette Johnny Hallyday aan, die een bewerking had gemaakt van zijn tweede hit "My Crucified Jesus" met als titel "Cheveux longs idées courtes". Het plagiaat zelf kon hem niet zoveel schelen, wel het feit dat Hallyday er een tekst op had gemaakt, die beledigend was voor hippies in het algemeen en Grignard in het bijzonder. In oktober 1966 mocht hij zelfs optreden in de Star-Club in Hamburg, waar ooit The Beatles hadden opgetreden. Zelfs in Londen stonden er optredens geprogrammeerd. Ferre verdiende groot geld, maar jammer genoeg wist hij het niet te beheren.

Grignard leefde overeenkomstig zijn imago: wild en nonchalant. Bovendien waren er problemen met zijn platencontract en na een jaar van stilte verscheen in 1968 een nieuwe elpee: "Captain's Disaster". Intussen was de motivatie er bij Ferre uit en zijn optredens werden slechter. Dat deed zijn carrière geen goed en de fans waren hem snel vergeten. De elpees die intussen nog verschenen, flopten en omdat Ferre nooit belastingen had betaald, werd in 1979 zijn inboedel openbaar verkocht. Ferre Grignard werd weer cafézanger. Vlak voordat hij in 1982 aan keelkanker zou overlijden, probeerde hij een comeback te maken, "met beklemmend werk, indringend als een lange doodskreet".[bron?]

Ferre Grignard ligt begraven op de begraafplaats Schoonselhof te Wilrijk.
bron: Wikipedia